Het “OLYMPISCH MINIMUM” heeft als doel om iedereen tot meer beweging en sportbeoefening aan te zetten.
Met verschillende verenigingen, die op het KIEL gevestigd zijn, hebben we een reeks van 13 verschillende prestatietests uitgewerkt. Er zijn minima vastgesteld volgens leeftijd en geslacht.
Je moet 5 minima halen op 13 prestaties om recht te hebben op een medaille.
Overeenkomstig de behaalde minima wordt een BRONZEN, ZILVEREN of GOUDEN medaille toegekend.
Organisatie
In elke deelnemende club zijn data vastgelegd waarop je de proeven kan afleggen. Elke club heeft trainer(s) aangesteld die de proeven mogen afnemen.
Zo gaat dat…
1. Informeer bij een deelnemende club of een turnleerkracht.
2. Je vraagt en ontvangt een deelnemerskaart.
3. Bij deze deelnemerskaart krijg je een overzicht van de deelnemende clubs waar je, vrijblijvend, een testtraining mag volgen.
4. Kies uit de 13 opgegeven tests je 5 PROEVEN. (Mannen +50 jaar en vrouwen +40 jaar : 4 PROEVEN)
5. Enkel bevoegde personen mogen je proef afnemen en je resultaat noteren op je deelnemerskaart :
– Trainers van de deelnemende clubs
– Sportleerkrachten
6. Tijdens georganiseerde “olympisch minimum”-dagen kunnen meerdere proeven afgelegd worden.
7. Je ingevulde prestatiekaart lever je in bij de organisatie
Tabellen
Olympisch Minimum Tabel Meisjes/Dames
Olympisch Minimum Tabel Jongens/Heren
Uitleg bij de tabel
– Bij “geen tijd vereist” of “g.t.”: hier wordt geen rekening gehouden met de tijd, maar is enkel het afleggen van de gevraagde afstand van belang.
– Uitlopen zonder wandelen: d.w.z. dat de looppas voortdurend moet aangehouden worden om de afstand in de opgegeven tijd af te leggen.
– Uitlopen zonder stilstand: d.w.z. dat de afstand in de opgegeven tijd afgelegd moet worden, zonder rustpozen.
– Touwspringen: je moet gedurende de opgegeven tijd ononder-broken doorgaan met springen. Eens missen is niet erg… als je je onmiddellijk herpakt, is de proef geldig.
– Wandelen en fietsen: de volledige afstand moet afgelegd worden zonder langdurige pauzes, binnen een etmaal.
– Basketbal: het opgegeven getal is het aantal korven dat je moet scoren binnen één minuut. Afstand en werpwijze zijn vrij. Niemand mag helpen en er mag maar 1 bal gebruikt worden.
– Volleybal: je moet de bal gedurende het opgegeven aantal seconden in de lucht blijven toetsen (zie tabel).
Bij volleybal zijn de bijkomende vereisten buiten de tijd:
– voor brons: toetsen, om het even hoe
– voor zilver: afwisselend onderhands en bovenhands toetsen
– voor goud: idem als zilver maar minimaal 1 meter boven het hoofd
Een gezonde wenk…
Train eerst vooraleer een proef af te leggen, zo wordt de kans op slagen veel groter. Warm eerst goed op: weet dat spieren en gewrichten een aanpassing nodig hebben! Anders kunnen kwetsuren zoals spierverrekkingen, spierscheuren e.d. zich voordoen.
Deze tekst en tabellen zijn te downloaden in PDF
In samenwerking met