Bij Beker van Vlaanderen wedstrijden wordt je door je trainer gevraagd deel te nemen aan een bepaalde discipline. De club zorgt voor de inschrijving in Atletiek.nu.
Voor alle andere wedstrijden is de voorinschrijving via Atletiek.nu verplicht. Bespreek de wedstrijd met je trainer en kies de disciplines waar je aan wil deelnemen. Hou er rekening mee dat er voor bepaalde wedstrijden een minimum en / of maximum aantal disciplines moet worden gekozen.
Alle wedstrijden werken met verplichte voorinschrijving en betaling via Atletiek.nu.
- Breng voldoende cash geld mee tijdens de training.
- Vraag aan de locatie verantwoordelijke om je in te schrijven voor de gekozen disciplines.
- De locatie verantwoordelijke zal je via de club inschrijven.
- De betaling kan alleen gebeuren als het cash bedrag en gevraagde online bedrag gelijk zijn.
- Hou je wedstrijdnummer en bankkaart bij de hand.
- Surf naar Atletiek.nu
- Eerste keer = account aanmaken door:
- Op ‘Login’ en dan ‘Geen Account’ te klikken.
- Registreer hier. Wat je moet invullen wijst zichzelf uit.
- Je krijgt een mail om je account te activeren na de registratie
- Klik op ‘Inschrijvingen’ op de groen balk. Let op want
- Soms zijn de wedstrijden beperkt tot bepaalde clubs en doet Beerschot Atletiek niet mee. Je kan dan niet inschrijven.
- Indien het aantal atleten beperkt is kan het zijn dat je niet meer kan inschrijven. Aan de kleur van de wedstrijd kan je zien of er nog plaats is:
- Groen ==> Er is nog plaats.
- Oranje ==> Er niet veel plaats meer, haast je!
- Rood ==> Pech er is geen plaats meer.
- Sommige clubs hebben een periode waar alleen eigen atleten kunnen inschrijven. Je kan dan inschrijven als die periode voorbij is.
- Klik op de wedstrijd waarvoor je wil inschrijven
- Als je niet op de pagina ‘inschrijvingen’ bent klik dan op ‘Inschrijvingen’
- Klik op
- ‘Atleet’ om je als atleet in te schrijven.
- ‘Ouder’ om je zoon of dochter in te schrijven
- Selecteer
- Beerschot Atletiek (BVAC) als vereniging
- Je categorie
- De losse disciplines of meerkamp die je wilt meedoen
- Controleer je gegevens!!!!
- Betaal en vervolledig de inschrijving
Je vindt je wedstrijdnummer terug in Twizzit door
- Je profiel te selecteren.
- Naar lidmaatschap te gaan
- Het veld ‘VAL STARTNUMMER’ bevat je wedstrijdnummer voor het huidige seizoen.
Heb je nog geen borstnummer gekregen vraag dan een papieren nummer op het wedstrijdsecretariaat.
Zodra je het borstnummer, met je wedstrijdnummer, van je trainer of locatie verantwoordelijke krijgt hoef je geen papieren nummer gaan halen. Alleen als je je borstnummer vergeten bent moet je bij het wedstrijdsecretariaat een papieren nummer gaan halen.
- Bij alle loopnummers en estafetten (alle atleten) op de borst
- Bij hoogspringen, polsstokspringen, verspringen, hink-stap-springen, hamerslingeren en gewichtwerpen naar keuze van de atleet op de borst of de rug
- Bij andere kampproeven op de borst
- Bij internationale meetings en kampioenschappen mogen de organisatoren de atleten verplichten 2 startnummers te dragen behalve bij hoog- polsstok- ver- en hink-stap-springen
- Bij elektronische tijdopneming kunnen de atleten verplicht worden een bijkomend nummer te dragen op een plaats door de organisatoren aan te duiden
Het niet naleven van bovenvermelde richtlijnen geeft aanleiding tot het weigeren of diskwalificeren van de betrokken atleet.
- Wedstrijdsinglet of t-Shirt van Beerschot Atletiek.
- Startnummer, zonder kan je niet starten.
- Veiligheidsspeldjes
- Clubsweater
- Spikes met de gepaste pinnen
- Eventueel regenkledij / reserve kledij
- Kijk op het uur schema van je categorie.
- Kom op tijd om op te warmen.
- Luister naar de omroeper die laat weten welke proef begint en of er wijzigingen zijn in het uur schema.
- Ga naar de standplaats van je proef en meld je aan bij de jury. Deze zullen je aanwezigheid noteren aan de hand van je naam en wedstrijdnummer.
- De proef dient altijd uitgevoerd te worden in je BVAC singlet / topje met borstnummer op de juiste plaats.
- Voor hoog-, ver-, en hink-stap-springen meet je eventueel je pasjes af.
- Voor de sprintnummers zorg je ervoor de startblokken juist en vast staan.
- Je mag enkele sprongen / worpen doen voor je aan de proef begint. Dit mag alleen als er jury aanwezig is.
- Spikes geven een betere grip. Bij sprint- en springnummers zijn spikes uiterst belangrijk omdat daar op de voorvoet gelopen wordt en er veel kracht is bij het afzetten, met een gewone loopschoen zou men nog steeds kunnen ‘doorslippen’ bij het afduwen.
- Bij regenweer of natte piste geven de spikes een betere grip op de ondergrond. Dit is ook het geval bij veldlopen.
- Welke spikes?
- All-round spikes worden aangeraden voor de jeugd.
- Bij cadetten+ bestaan er spikes per discipline
- Hoe groot moeten de pinnen zijn:
- Piste en indoorwedstrijden maximum 6mm pinnen
- Veldloop: 9mm, 12mm of 15mm
- Eet geen volledie maaltijd onmiddelijk voor een wedstrijd!
- Vergeet je drinkenbus niet met water of je favoriete sportdrank. Drinken is goed, zeker bij warm weer.
- Bij het opwarmen draag je gewone loopschoenen, je spikes haal je boven voor de wedstrijd
- Vergeet je niet in te smeren tegen het verbranden
- Vergeet geen reservekledij en -sokken indien de weersomstandigheden niet ideaal zijn
- Bij het crossen zijn er vaak prijzen in natura. Atleten vergeten vaak naar de prijsuitreiking te gaan
Vanaf het zomerseizoen 2021 werkte de Vlaamse Atletiek Liga een totaal nieuwe wedstrijdvorm uit voor Kangoeroes en Benjamins. Een meeting duurt 2 uur, met onthaal en opwarming mag de meeting maximaal 3 uur duren.
- Er kunnen maximaal 75 kangoeroes en 75 benjamins inschrijven.
- Jongens en meisjes nemen gemend deel.
- Atleten lopen met hun voornaam op het startnummer.
- Atleten moeten zich aanmelden op het secretariaat om hun groep en nummer in de groep te krijgen.
- Vanaf 2023-2024 is er een online App waar de atleet zijn / haar resultaten kan raadplegen.
- Na de wedstrijd:
- Worden er geen resultaten opgehangen of gepubliceerd
- De resultaten worden na de wedstrijd met de App gesynchroniseerd
Het Antwerps Atletiek Samenwerking (AAS) criterium is een interclub tussen 7 Antwerpse atletiekclubs: ACBR-Ekeren, AVKA-Kontich Aartselaar, BVAC- Antwerpen, ESAK-Essen, KAPE-Kapellen, SGOLA-Boechout. Het criterium staat open voor Kangoeroes, Benjamins, Pupillen, Miniemen en Cadetten.
De meetings van het A.A.S criterium zijn open meetings. Elke atletiekclub kan atleten afvaardigen op een A.A.S meeting voor de gegeven categorie. Alleen leden van de 7 inrichtende clubs komen in aanmerking voor aanmerking voor een klassement per categorie indien ze aan minstens 5 van de 9 wedstrijden deelnemen.
1. Per proef wordt de prestatie van de atleet omgezet in punten volgens de voor de VAL geldende puntentabellen, met wel een minimum van 30 punten bij deelname aan de proef. Indien door een atleet meerdere malen aan dezelfde proef wordt deelgenomen telt de beste prestatie.
2. Alle proeven worden betwist volgens de reglementen van de VAL (met uitzondering van het hoogspringen). In alle wedstrijden worden maximaal 2 pogingen per hoogte toegestaan voor benjamins, pupillen en miniemen en 3 pogingen voor cadetten en de lat wordt steeds verhoogd per 5 cm. De punten voor het hoogspringen worden per volle 5 cm toegekend. De dagwinnaar krijgt – uitzonderlijk – ook bij geen volle 5 cm de toegewezen punten volgens zijn prestaties. Punten worden toegekend vanaf een vastgestelde beginhoogte. Voor de benjamins: vrije keuze van hoogte, voor de pupillen: hoogte van 80 cm voor de miniemen: hoogte van 90 cm en voor de cadetten: hoogte van 1 m. Bij lange afstanden (600 m en 1000 m) worden de wedstrijden bij deelname vanaf 20 atleten verplicht gesplitst in 2 reeksen. De organisator is verplicht om de wedstrijden zo te laten plaatsvinden en is verantwoordelijk voor de communicatie hierover met de hoofdscheidsrechter en de jury.
3. Er wordt steeds gerekend op de fair-play van de clubafgevaardigden om spontaan de opsteller van het AAS-klassement in te lichten wanneer een wedstrijduitslag onduidelijk of onjuist is.
4. Per meeting waar de atleet aan deelneemt, krijgt hij of zij 50 extra deelnemingspunten. De definitie van deelnemen is minstens 1 geleverde prestatie kunnen voorleggen voor die meeting (enkel ongeldige prestaties is dus onvoldoende). Hij of zij die deelneemt aan alle AAS-wedstrijden krijgt een bonus van 50 punten. Om opgenomen te worden in het eindklassement moet men en aan meer dan de helft van AAS-meetings hebben deelgenomen en maar aan max. 1 proef van zijn/haar categorie niet hebben deelgenomen.
5. De rangschikking wordt opgemaakt door de per proef toegekende punten en de deelnemingspunten per atleet samen te tellen. Wie zo, en dit per categorie, na de laatste wedstrijd het meeste punten heeft verzameld wordt uitgeroepen tot winnaar van het AAS-criterium, enkel indien hij of zij voldoet aan de voorwaarden om opgenomen te worden in de einduitslag. Dezelfde regel geldt voor de volgende plaatsen in het klassement. Bij een gelijk aantal punten in de einduitslag wordt de plaats bepaald volgens volgende regels: eerst de atleet met het meeste aantal deelnemingspunten, indien dit geen uitsluitsel geeft wordt de beste prestatie van de 600 m of 1000 m bepalend voor de plaats.
6. Iedereen kan deelnemen aan de wedstrijden van het AAS-criterium, maar enkel atleten van de deelnemende clubs komen in aanmerking voor het eindklassement. Al wie in dit eindklassement opgenomen wordt krijgt op het einde van het seizoen een trofee. De waarde van de trofee kan wel toenemen naargelang men meer vooraan in het klassement staat.
7. Er wordt per categorie ook een beker toegekend voor de winnende club. Het clubklassement wordt opgesteld door per club de totaalpunten van de 3 best gerangschikte atleten samen te tellen. Echter enkel de atleten die ook opgenomen zijn in het eindklassement komen in aanmerking voor het clubklassement. De beste seizoenstijd van de 4 x 60 m en de 4 x 80 m komt ook in aanmerking voor het clubklassement op voorwaarde dat de ploeg bestaat uit 4 leden van dezelfde categorie en 4 leden van dezelfde club (er mag wel max. 1 niet aangeslotene opgesteld worden indien hij duidelijk ‘eigenlijk tot die club behoort’). De 4 x 100 m voor cadetten wordt niet opgenomen in het clubklassement.
8. Er is ook een beker voor het totale clubklassement. Deze wordt toegekend aan de club die de meeste punten scoort door de 8 clubklassementen per categorie samen te tellen.
9. Een atleet die heeft deelgenomen als niet-aangeslotene bekomt retroactief de door hem verworven punten en kan zo ook in het eindklassement opgenomen worden, op voorwaarde dat hij aan minstens 1 wedstrijd van het AAS-criterium heeft deelgenomen met een voor het seizoen geldig VAL borstnummer. Enkel atleten met een wedstrijdvergunning (vanaf benjamin) worden opgenomen in het eindklassement op voorwaarde dat ze voldoen aan artikel 4 van dit reglement.
10. Indien door externe omstandigheden de finalewedstrijd niet kan doorgaan, wordt de tussenstand na de laatst plaatsgevonden wedstrijd meteen erkend als eindstand, rekening houdend met de bepalingen uit artikel 4.